De vragen van een Methodistische Dominee
Verantwoordelijkheid nemen voor wie we zijn en wat we doen
Gestelde vragen aan de Eerwaarde Meester Hua tijdens een gesprek in Gold Wheel Klooster, Los Angeles, 1983. Opgenomen en vertaald door de Buddhist Text Translation Society.
Uit de “Proper Dharma Seal”, Uitgave #7, Oktober 1985.
© Dharma Realm Buddhist Association.
Dominee: Geloof je in een of ander hiernamaals voor de ziel en in een of ander voorgaand bestaan?
Abt: Het is overbodig om zelfs maar het onderwerp van een eeuwig leven of transmigratie op te brengen. In plaats daarvan moeten we kijken naar de wereld van vandaag en kijken naar wat we aan het doen zijn om de omstandigheden in het hier en nu te verbeteren. Alles voorbij dit leven is niet iets dat te verifiëren valt. Als ik zou zeggen dat er zo’n doorgaand bestaan is, is dat slechts ik die dat zeg; en als ik zou zeggen dat dat er niet is, is dat nog steeds één persoon die dat zeg. Op geen enkele wijze kunnen de woorden van één enkel persoon als bewijs dienen dat er een bestaan is na het hier en nu voor iemand anders.
Dominee: Je moet een bepaald doel hebben, je bent opzoek naar de ziel en moet een bepaalde manier hebben om dat te doen. Doe je speciale beoefeningen om de ziel te verbeteren?
Abt: De ziel is ook niet tastbaar. We kunnen het niet zien of horen. Het is niet zo dat een of andere stem tegen ons spreekt en ons vertel wat we moeten doen, of dat het de bedoeling is dat we onze ziel voor eeuwig in de hemelen moeten laten verblijven. Wij handelen naar het hier en nu. We kijken of dat we enige gedachten van hebzucht, van bedrog, van strijd, van zoeken, van zelfzuchtigheid, van zoeken naar persoonlijk gewin of van liegen hebben. Als we werkelijk geen van deze gedachten hebben, dan zullen alle andere problemen zichzelf oplossen.
Dominee: Maar in termen van niveaus moet jij op een hoger stadium van ontwikkeling zijn dan jouw volgelingen en zij moeten van jou leren hoe ze hogere niveaus kunnen bereiken via jou. Welke methoden gebruik je om deze niveaus te bereiken?
Abt: Ik ben niet hoger dan iemand anders. Ik zie mijzelf als hetzelfde als alle levende wezens. Ik zie alle levende wezens als volledig gelijkwaardig, omdat alle levende wezens de Boeddha-aard hebben; allemaal zijn ze uitgerust met wijsheid. Er is geen hoog of laag. Iemand zijn wijsheid verschild in potentie niet van de wijsheid van iemand anders. Wij focussen ons op Grote Wijsheid. Wie wijsheid heeft is Nummer Eén.
Dominee: Maar er moet bepaalde methoden zijn die je onderwijs en devotionele beoefeningen die je doe.
Abt: Niets gaat voorbij deze zes principes: niet vechten, niet begeren, niet zoeken, niet egoïstisch zijn, geen persoonlijk gewin nastreven en niet liegen. Als iemand deze zes zuiver kan naleven, zijn alle andere problemen opgelost. Maar meeste mensen kunnen dat niet. En als iemand zich zelfs niet aan deze zes regels kan houden, wat heeft het dan voor nut om naar meer verheven dingen te vragen? Wij staan niet stil bij het esoterische.
Dominee: Heb je methoden voor het opbiechten van zonden?
Abt: Mensen kunnen berouwen en veranderen, maar dat betekent nadat ze opgebiecht hebben, ze werkelijk hun fouten moeten veranderen. Het is niet zo dat ze steeds terug kunnen blijven komen om opnieuw dezelfde zonden op te komen biechten en om steeds maar weer vergeving voor hen te ontvangen. Wij kijken naar het hier en nu. Als iemand werkelijk berouw betuigd en veranderd en er is een verandering in zijn gedrag op te merken, dan heeft hij iets gedaan dat werkelijk telt. Mensen moeten werkelijk het kwade in zichzelf veranderen en zich beteren. Ze kunnen niet enkel op een of andere externe god vertrouwen die hun steeds maar weer vergeeft. Ze moeten zelf hun verantwoordelijkheid nemen en zichzelf verbeteren.
Dominee: Maar in mijn ervaring merk ik dat wanneer ik een fout bega en ongeacht mijn besluit om te veranderen, ik steeds opnieuw dezelfde fout maak, dit is omdat mensen fundamenteel onvolkomen zijn. Het besten dat we kunnen doen is om de gratie van God te erkennen die ons vergeeft voor onze zonden, omdat we nooit perfect zullen zijn. Om voor de wereld zijn acceptatie aan mij te geven, moet ik de fundamentele tekortkomingen in mijzelf toegeven en dat doen dat Jezus onderwees – – vertrouwen of de gratie van God via Hem.
Abt: Ik erken niet dat er is een God of een Heilige Geest is, of zelfs een Boeddha. Ik erken alleen ware principe. Ik erken Grote Wijsheid. In het Boeddhisme vertrouwen we nergens op. Zo lang als je nog steeds op iets buiten je eigen heldere en zuivere aard vertrouw, ben je kwetsbaar en onvolmaakt. Bijvoorbeeld: als iemand de stoel waarop je zit onder je vandaan zou trekken zul je vallen, niet?
Dominee: Ja.
Abt: In het Boeddhisme vertrouwen we niet op enig externe krachten of maker van het universum. We vertrouwen op inherente wijsheid en het potentieel om volmaakte mensen te worden. Diegene die die wijsheid binnenin zichzelf ontdekt is de Boeddha. Diegene is gelijk aan alle Boeddha’s. Iedereen kan een Boeddha worden.
Dominee: Dat klinkt als ons concept van Allesomvattende Liefde. Het enige verschil is dat wij beschouwd kunnen worden als kinderen van God de Vader terwijl daarentegen jij jullie jezelf als broeders en zusters van hetzelfde huishouden beschouwen – – allemaal op een gelijkwaardig niveau.
Abt: Als er een maker zou zijn – – een God die deze aarde gemaakt heeft en alle wezens die het bewonen – – waarom stond hij dan toe dat er zoveel vreselijke dingen erin bestaan? Als je er met een realistische blik naar kijkt kan je niet ontkennen dat deze wereld een puinhoop is die steeds erger wordt. Als een volledig perfecte God deze wereld heeft gemaakt, zou het dan niet perfect moeten zijn? Je moet je realiseren dat deze wereld gecreëerd wordt door de gecombineerde karma van alle wezens die het bewonen. Daarom moeten mensen verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen karmische handelingen – – in gedachte, woord en daad. Ze kunnen niet aannemen dat er ergens een maker is die ze de schuld kunnen geven. Ze moeten zich beseffen dat zijzelf verantwoordelijk zijn.
Dominee: Maar in het Boeddhisme heb je Bodhisattva’s. Zou je Jezus niet als een Grote Bodhisattva beschouwen? Bid je niet tot Bodhisattva’s voor vergiffenis en hulp?
Abt: Ja wij beschouwen Jezus als een Bodhisattva en wij bidden tot de Bodhisattva en we bidden tot de Bodhisattva’s voor hulp. Maar we nemen volle verantwoordelijkheid voor onze eigen daden en beginnen ons als volwassenen te gedragen. We gedragen ons niet als verwende kinderen die altijd op de goede gratie van hun ouders vertrouwen. Kijk maar naar doden, stelen, seksueel wangedrag, liegen en het nuttigen van bedwelmende middelen. Hoeveel levende wezens kunnen zich onthouden van het begaan van deze overtredingen? Neem seksueel wangedrag bijvoorbeeld. Mensen weten in feite dat het fout is, maar ze doen het toch. Diegene die zich waarachtig onthouden en die aan deze regel trouw zijn, zijn er slechts een paar.
Toeschouwer: Dat komt door de oorspronkelijke zonde.
Dominee: Zij mag dan wel in de oorspronkelijke zonde geloven, maar ik niet. Ik geloof dat het ieder zijn verantwoordelijkheid is en dat je het juiste doe – – we blijven het steeds weer doen, ook al weten we dat het fout is. Daarom moeten we op de gratie van God vertrouwen.
Abt: In dit ruimtetijdperk kunnen we ons niet als kinderen gedragen. We moeten opgroeien en volwassen worden. Een kind kan verontschuldigd worden omdat hij nog niet weet hoe hij zich moet gedragen. Maar wanneer iemand volwassen is moet diegene verantwoordelijkheid nemen voor zijn eigen daden. Diegene kan niet langer op anderen vertrouwen.
Dominee: Is karma iets dat voorbestemming suggereert – – dat iemand zijn lot vastgelegd is?
Abt: Karma ligt niet vast. Er is goed karma en slecht karma, als iemand goed doe kan iemand zijn karma veranderen, net als iemand die kwaad doe. Lotbestemming ligt ook niet vast. Ook al is de wet van oorzaak en gevolg zeker in werking, kan iemand zijn lotbestemming veranderen door zijn huidige acties. Alles is flexibel.
Dominee: We hebben over verschillen gepraat, maar het lijkt dat de ideeën van onze religies op vele manieren op elkaar lijken.
Abt: Ik beschouw het Boeddhisme niet als een religie. Het is ware principe. Wat ware principe is, is het Boeddhisme. Alle religies zijn omsloten binnen het Boeddhisme; geen een valt erbuiten. Ik zei tot de wijle Kardinaal Yü Bin, die Ere Kanselier van de Dharma Realm Buddhist Universiteit was: “Jij moet een Boeddhist onder de Katholieken zijn,” toen hij met verontwaardiging wou reageren, reageerde ik met: “en ik zal een Katholiek zijn tussen de Boeddhisten. Op deze manier kunnen we een eind maken aan oorlogen in deze wereld.” De Kardinaal was een erg slim individu, en hij begreep onmiddellijk het punt dat ik wou maken.
Iemand vroeg me een keer: “Wat is de beste religie?” Tot zijn verbazing antwoordde ik onmiddellijk: “De religie waarin jij geloof.” Dit komt doordat de religie waarin iemand kan geloven de beste religie is voor die persoon. Immers, alle religies proberen mensen te onderwijzen om betere mensen te zijn. Daarom is de religie die diegene kan ondersteunen de besten voor die persoon. Natuurlijk was dat niet het antwoord die hij van me verwachte, maar het Boeddhisme is allesomvattend. Het bevat geen vooroordelen of eenzijdige standpunten. Het beschouwd zichzelf niet als de beste met uitsluiting van alle andere religies. In tegendeel, in feite, wanneer ik iemand van enig religie tegenkom. Zeg ik hen: “Ik heb dezelfde religie als jij.” Wanneer ik met Katholieken ben, ben ik Katholiek. Wanneer ik met Methodist ben, ben ik Methodist. Dat is omdat ware principe geen limiet heeft, geen grenzen. Wijsheid is allesomvattend.