De Avatamsaka Soetra

Het Hoofdstuk over het Betreden van de

Onvoorstelbare Staat van Bevrijding van de

Gedragingen en Geloften van Samantabhadra

Vertaald op keizerlijk bevel door de Tang Dynastie Tripitaka Dharmameester Prajna van Kubha

 

Op dat moment, Samantabhadra Bodhisattva Mahasattva, na de verdienste en deugd van de Tathagata te hebben geprezen, vertelde aan al de Bodhisattva’s en Goede Rijkdom,

“Goede mensen, als al de Boeddha’s van de tien richtingen onafgebroken over de verdienste en deugd van de Tathagata zouden spreken voor zoveel eeuwigheden als fijne stofkorrels in onuitspreekbare onuitsprekelijke Boeddhalanden, zouden deze deugden niet volledig beschreven kunnen worden.

“Diegene die wensen om de deuren van deze verdienste en deugd te perfectioneren moeten tien allesomvattende en grote gedragingen en geloften cultiveren.

“Wat zijn de tien? De eerste is om alle Boeddha’s te vereren en te respecteren; de tweede is om de Tathagata’s te loven; de derde is om uitgebreid het maken van offeringen te cultiveren; de vierde is om spijt te betuigen voor karmische obstakels en om te veranderen; de vijfde is om mee te gaan met en zich te verblijden in verdienste en deugd; de zesde is om het draaien van het Dharmawiel te verzoeken; de zevende is om de Boeddha’s te verzoeken dat ze in de wereld blijven; de achtste is om altijd met de Boeddha’s te studeren; de negende is om onafgebroken in overeenstemming te zijn met levende wezens; de tiende is om alle verdienste en deugd universeel over te dragen.”

 

Goede Rijkdom vroeg, “Grote Wijze! Wat betekend het om alle Boeddha’s te vereren en te respecteren, tot en met om alle verdienste en deugd universeel over te dragen?”

 

Samantabhadra Bodhisattva vertelde aan Goede Rijkdom, “Goede man, om alle Boeddha’s te vereren en te respecteren wordt uitgelegd als volgt. Boeddha’s, Bhagavan’s, zijn zo talrijk als fijne stofkorrels in alle Boeddhalanden van de tien richtingen en de drie perioden van tijd, tot de uitputting van het Dharmarijk en lege ruimte. Dankzij de kracht van de gedragingen en geloften van Samantabhadra Bodhisattva, heb ik diep geloof in en verstand van hen net alsof ze voor mijn ogen waren.

“Met mijn lichaam, spraak en bewustzijn karma volledig zuiver, vereer en respecteer ik hen onafgebroken.

“Op elke en iedere plaats waar er Boeddha’s zijn, manifesteer ik lichamen zo talrijk als fijne stofkorrels in onuitspreekbare onuitsprekelijke aantallen Boeddhalanden.

“Elk en ieder lichaam overal vereert en respecteert Boeddha’s zoveel als de fijne stofkorrels in onuitspreekbare onuitsprekelijke aantallen van Boeddhalanden.

“Wanneer het rijk van lege ruimte tot een eind komt, zal mijn vereren en respecteren tot een eind komen. Maar omdat het rijk van lege ruimte onuitputbaar is, zal mijn vereren en respecteren nooit eindigen. Op dezelfde wijze, wanneer de rijken van levende wezens, de karma van levende wezens en de kwellingen van levende wezens tot een eind komen, zal mijn vereren en respecteren tot een eind komen. Maar de rijken van levende wezens, de karma van levende wezens en de kwellingen van levende wezens zijn onuitputbaar. Daardoor, is mijn vereren en respecteren onuitputbaar. Ze continueren in gedachte na gedachte zonder te stoppen. Mijn lichaam, spraak en bewustzijn vermoeien nooit door deze daden uit te voeren.

 

“Verder, goede man, om de Tathagata te loven wordt uitgelegd als volgt. In elke fijne stofkorrel in alle landen door de gehele tien richtingen en de drie perioden van tijd, tot de uitputting van het Dharmarijk en lege ruimte, zijn er Boeddha’s zo talrijk als fijne stofkorrels in alle werelden. Elk van deze Boeddha’s wordt gecircumbuleerd door een oceaanwijde assemblee van Bodhisattva’s.

“Met mijn verheven en superieure verstand, ken en zie ik hen allemaal. Elk van mijn lichamen brengen een tong met een subtiele en wonderbaarlijke welbespraaktheid voort die zelfs de vaardige spraak van Sarasvati overtreft, de godin van welbespraaktheid. Elke tong brengt een onuitputbare zee van geluiden voort. Elk geluid stoot een oceaan van alle woorden uit, die de volledige zeeën van alle verdienste en deugd van de Tathagata’s loven en verheerlijken. Deze lofspraak gaat onafgebroken door zonder te stoppen tot het einde van de grenzen van de toekomst. Tot de uitputting van het Dharmarijk, deze geluiden bereiken alle plaatsen.

“Wanneer het rijk van lege ruimte tot een eind komt, wanneer de rijken van levende wezens tot een eind komen, wanneer de karma van levende wezens tot een eind komt en wanneer de kwellingen van levende wezens tot een eind komen, alleen dan zal mijn loven tot een eind komen. Maar net als het rijk van lege ruimte tot en met de kwellingen van levende wezens eindeloos zijn, zo ook is mijn lofspraak eindeloos. Het continueert in gedachte na gedachte zonder te stoppen. Mijn lichaam, spraak en bewustzijn vermoeien nooit door deze daden uit te voeren.

 

“Verder, goede man, om uitgebreid het maken van offeringen te cultiveren wordt uitgelegd als volgt. In elke stofkorrel van alle Boeddhalanden door de gehele tien richtingen en de drie perioden van tijd, tot de uitputting van het Dharmarijk en het rijk van lege ruimte, zijn er Boeddha’s zo talrijk als de fijne stofkorrels in alle werelden. Elke Boeddha wordt gecircumbuleerd door verschillende soorten van zeeachtige assemblees van Bodhisattva’s. Met de kracht van de beoefeningen en geloften van Samantabhadra, ben ik in staat om diepgaand in ze te geloven en ze te begrijpen. Ik kan ze allemaal kennen en zien. Tot elk van hen maak ik offeringen van uitmuntende en wonderbaarlijke cadeaus. Dat wil zeggen, wolken van bloemen, wolken van kransen, wolken van hemelse muziek, wolken van goddelijke baldakijnen, wolken van hemelse kleding, allerlei variaties van hemelse wierook, geparfumeerde balsems, brandende wierook, poeder wierook en wolken van andere cadeaus zoals deze. Elke wolk is zo groot als Sumeru, de koning van bergen.

“Ik brand allerlei soorten lampen, botterlampen, olielampen en lampen met vele geurige oliën. De lont van elke lamp is zo hoog als Berg Sumeru. De hoeveelheid van de olie in elke lamp is gelijk aan de inhoud van de wateren van de grote zee. Met allerlei cadeaus zoals deze, maak ik onafgebroken offeringen.

“Goede man, van alle offeringen, is de gift van Dharma superieur. Dat wil zeggen, de offering van het cultiveren in overeenstemming met de leringen, de offering van het bevoordelen van alle levende wezens, de offering van het bijeengaren van alle levende wezens, de offering van het in staan voor alle levende wezens om hun ellende te ondergaan, de offering van het ijverig goede wortels te cultiveren, de offering van het niet verzaken van de daden van de Bodhisattva en de offering van het niet afzweren van het Bodhibewustzijn.

“Goede man, de onmetelijke verdienste en deugd die gecreëerd worden door het maken van deze offeringen, wanneer vergeleken met de verdienste en deugd van één enkele gedachte van het offeren van Dharma, evenaart het niet in één honderdste deel, één duizendste deel, één deel van honderden duizenden koti’s nayuta’s, één deel van een kala, één deel volgens een inschatting, één deel volgens een berekening, één deel dat getoond kan worden via een vergelijking of één deel van een upanishad. Geen van hen kunnen zich meten met één enkele deel. Waarom is dat? Dit is omdat alle Tathagata’s de Dharma vereren. Cultiveren in overeenstemming met de leringen baren alle Boeddha’s. Als alle Bodhisattva’s de offering van Dharma maken, perfectioneren ze het maken van offeringen tot alle Tathagata’s. Op deze wijze cultiveren is een ware offering, een uitgestrekte, grote en meest superieure offering.

“Wanneer het rijk van lege ruimte tot een eind komt, wanneer de rijken van levende wezens tot een eind komen, wanneer de karma van levende wezens tot een eind komt en wanneer de kwellingen van levende wezens tot een eind komen, alleen dan zal het maken van mijn offeringen tot een eind komen. Net als het rijk van lege ruimte tot en met de kwellingen van levende wezens eindeloos zijn, zo ook is mijn maken van offeringen eindeloos. Het continueert in gedachte na gedachte zonder te stoppen. Mijn lichaam, spraak en bewustzijn vermoeien nooit door deze daden uit te voeren.

 

“Verder, goede man, om spijt te betuigen voor karmische obstakels en om te veranderen wordt uitgelegd als volgt. De Bodhisattva overdenkt, ‘Vanaf beginloze eeuwigheden in het verleden, heb ik allerlei soorten van onmetelijk en grenzeloos kwaadaardige karma gecreëerd met lichaam, spraak en bewustzijn, door hebzucht, haat en onwetendheid. Als dat kwaadaardige karma een substantie en vorm had, zou alle lege ruimte het niet kunnen bevatten. Ik zuiver deze drie karma’s nu volledig, en voor de assemblees van alle Boeddha’s en Bodhisattva’s, door het gehele Dharmarijk in landen zoveel als fijne stofkorrels, betuig ik oprecht spijt voor en verander mijn overtredingen en zweer om hen nooit meer te begaan. Ik zal altijd verblijven in alle verdienste en deugd van de zuivere Voorschriften.’

“Zo is het dat wanneer het rijk van lege ruimte tot een eind komt, de rijken van levende wezens tot een eind komen, de karma van levende wezens tot een eind komt en de kwellingen van levende wezens tot een eind komen, dan zal mijn berouwen tot een eind komen. Maar net als het rijk van lege ruimte tot en met de kwellingen van levende wezens eindeloos zijn, zo ook is mijn berouwen en veranderen eindeloos. Ze continueren in gedachte na gedachte zonder te stoppen. Mijn lichaam, spraak en bewustzijn vermoeien nooit door deze daden uit te voeren.

 

“Verder, goede man, om te volgen met en zich te verblijden in verdienste en deugd wordt uitgelegd als volgt. Al de Boeddha’s, Tathagata’s, zo talrijk als de fijne stofkorrels in alle Boeddhalanden van de tien richtingen en de drie perioden van tijd door het gehele Dharmarijk en lege ruimte, vanaf het moment van hun eerste besluit voor alwetendheid, cultiveerde ijverig de accumulatie van zegeningen zonder achting voor hun lichamen en levens. Zij deden dit onafgebroken gedurende eeuwigheden zoveel als fijne stofkorrels in onuitspreekbare onuitsprekelijke Boeddhalanden. Tijdens elke eeuwigheid gaven ze hun hoofden, ogen, handen en voeten op, zo vaak als er stofkorrels zijn in onuitspreekbare onuitsprekelijke Boeddhalanden.

“Op deze wijze cultiveerde ze alle moeilijke ascetische beoefeningen en perfectioneerde de poorten van de verschillende Paramita’s. Ze betraden en werden gecertificeerd tot elk van de Bodhisattvagronden van wijsheid en volbrachte de ongeëvenaarde Bodhi van alle Boeddha’s. Op hun Parinirvana, werden hun Sharira’s verdeeld en verspreid. Ik volledig volg samen met en verheug in al hun goede wortels.

“Verder, wat betreft al de verschillende soorten van wezens in de zes paden te midden van de vier soorten van geboorten in elke wereld van de tien richtingen, ik volg samen met en verheug eveneens in hun verdienste en deugd, zelfs als het zo klein is als een stofkorrel. Ik volg volledig samen met en verheug in de verdienste en deugd van alle Shravaka’s, Pratyekaboeddha’s, lerenden en diegene die voorbij studie zijn van de tien richtingen en de drie perioden van tijd. Ik volg samen met en verheug in de uitgestrekte en grote verdienste en deugd van alle Bodhisattva’s, die in hun zoektocht voor ongeëvenaarde, juiste en gelijkwaardige Bodhi, ontelbare moeilijke ascetische beoefeningen cultiveren.

“Zo is het dat zelfs als het rijk van lege ruimte tot een eind komt, de rijken van levende wezens tot een eind komen, de karma van levende wezens tot een eind komt en de kwellingen van levende wezens tot een eind komen, mijn volgen en verheugen zijn eindeloos. Ze continueren in gedachte na gedachte zonder te stoppen. Mijn lichaam, spraak en bewustzijn vermoeien nooit door deze daden uit te voeren.

 

“Verder, goede man, om het draaien van het Dharmawiel te verzoeken wordt uitgelegd als volgt. Binnenin elk en ieder fijne stofkorrel in de Boeddhalanden door de gehele tien richtingen en de drie perioden van tijd, door het gehele Dharmarijk en het rijk van lege ruimte, zijn er uitgestrekte en grote Boeddhalanden zoveel als fijne stofkorrels in onuitspreekbare onuitsprekelijke Boeddhalanden. In elk en ieder land, in gedachte na gedachte, zijn alle Boeddha’s daar gelijkwaardige en juiste verlichting aan het verwezenlijken, hun aantal is zo groot als fijne stofkorrels in onuitspreekbare onuitsprekelijke Boeddhalanden. Een zeeachtige assemblee van Bodhisattva’s circumbuleert elke Boeddha. Gebruikmakende van allerlei vaardige middelen van lichaam, spraak en bewustzijn, verzoek ik oprecht en ijverig dat ze het wonderbaarlijke Dharmawiel draaien.

“Zo is het dat zelfs als het rijk van lege ruimte tot een eind komt, de rijken van levende wezens tot een eind komen, de karma van levende wezens tot een eind komt en de kwellingen van levende wezens tot een eind komen, mijn verzoek aan alle Boeddha’s dat ze het juiste Dharmawiel draaien is zonder eind. Het continueert in gedachte na gedachte zonder te stoppen. Mijn lichaam, spraak en bewustzijn vermoeien nooit door deze daden uit te voeren.

 

“Verder, goede man, om de Boeddha’s te verzoeken dat ze in de wereld blijven wordt uitgelegd als volgt. Alle Boeddha’s, Tathagata’s, zijn zo talrijk als fijne stofkorrels in alle Boeddhalanden door de gehele tien richtingen en de drie perioden van tijd, tot de uitputting van het Dharmarijk en het rijk van lege ruimte. Wanneer ze op het punt staan om Parinirvana te betreden, samen met alle Bodhisattva’s, Shravaka’s, Pratyekaboeddha’s, lerenden en diegene die voorbij studie zijn, inclusief alle goed wetende adviseurs, vraag ik ze allemaal om Nirvana niet te betreden. Ik verzoek dat ze in de wereld blijven voor zoveel eeuwigheden als er fijne stofkorrels zijn in alle Boeddhalanden, om voordeel en gelukzaligheid naar alle levende wezens te brengen.

“Zo is het dat zelfs als het rijk van lege ruimte uitgeput is, de rijken van levende wezens uitgeput zijn, de karma van levende wezens uitgeput is en de kwellingen van levende wezens uitgeput zijn, mijn verzoeken is nog steeds eindeloos. Het continueert in gedachte na gedachte zonder te stoppen. Mijn lichaam, spraak en bewustzijn vermoeien nooit door deze daden uit te voeren.

 

“Verder, goede man, om altijd met de Boeddha’s te studeren wordt uitgelegd als volgt. Ik zal als Vairochana Tathagata zijn van deze Sahawereld, die, vanaf het eerste moment dat hij zijn bewustzijn besloot, zich nooit terugtrok van vastberadenheid. Hij gaf onuitspreekbare onuitsprekelijke aantallen lichamen en levens op. Hij schilde zijn huid af voor papier, splitste zijn botten om penselen te maken, tapte bloed af voor inkt en schreef Soetra’s uit die zo hoog als Berg Sumeru opgestapeld werden. Omdat hij de Dharma waardeerde, koesterde hij zijn eigen lichaam of leven niet. Hoeveel de meer hunkerde hij niet naar een koningstroon, steden, dorpen, paleizen, tuinen, parken of enig ander materialistische objecten. Hij dwong zichzelf tot het uiterste bij de verschillende soorten van moeilijke ascetische beoefeningen.

“Hij verwezenlijkte de Grote Verlichting onder de boom, manifesteerde verschillende soorten van spirituele krachten, creëerde verschillende soorten van transformaties, toonde verschillende soorten van Boeddhalichamen en verbleef in verschillende soorten assemblees. Hij verbleef te midden van de assemblees in de Bodhimanda’s van alle grote Bodhisattva’s, de assemblees van Shravaka’s, de assemblees van Pratyekaboeddha’s. Hij verbleef te midden van de assemblees in de Bodhimanda’s van Legendarische Wiel-Draaiende Koningen en de hofhoudingen van mindere Koningen. Hij verbleef te midden van de assemblees in de Bodhimanda’s van Kshatriya’s, Brahmanen, ouderlingen en leken, tot en met assemblees van goden, draken, de rest van de acht divisies, mensen en niet-menselijken. Terwijl hij verbleef in de diverse verschillende assemblees zoals deze, met een stem die volledig en perfect was als een grote donderklap, bracht hij alle levende wezens tot volwassenheid in overeenstemming met datgene dat ze fijn vinden en wensen tot aan het moment waarop hij Nirvana manifesteerde.

“Op al deze manieren zal ik van de Boeddha’s leren, en net als het is met de huidige Bhagavan Vairochana, zo is het met al de Tathagata’s in elke stofkorrel in alle Boeddhalanden van de tien richtingen en drie perioden van tijd, door het gehele Dharmarijk en het rijk van lege ruimte. In gedachte na gedachte zal ik van hen allen leren.

“Zo is het dat zelfs als het rijk van lege ruimte tot een eind komt, de rijken van levende wezens tot een eind komen, de karma van levende wezens tot een eind komt en de kwellingen van levende wezens tot een eind komen, mijn studeren met hen is zonder eind. Het continueert in gedachte na gedachte zonder te stoppen. Mijn lichaam, spraak en bewustzijn vermoeien nooit door deze daden uit te voeren.

 

“Verder, goede man, om onafgebroken in overeenstemming te zijn met levende wezens wordt uitgelegd als volgt. Door de gehele zeeën van Kshetra’s van de tien richtingen tot de uitputting van het Dharmarijk en het rijk van lege ruimte, zijn er vele verschillende soorten van levende wezens. Dat wil zeggen, diegene die geboren worden via eieren, die geboren worden via baarmoeders, die geboren worden via vocht, die geboren worden via transformaties, evenals diegene die leven in en afhankelijk zijn van aarde, water, vuur en lucht voor hun bestaan. Er zijn wezens die in het heelal verblijven, en diegene die geboren worden in en leven in planten en bomen. Dit omvat al de verschillende levensvormen en rassen met hun verscheidene lichamen, vormen, verschijningen, levensspannen, families, namen en naturen. Dit omvat hun vele variaties van kennis en standpunten, hun verschillende verlangens en genoegens, hun gedachten en daden, en hun vele verschillende gedragingen, klederdrachten en diëten. Het omvat wezens die in verschillende dorpen, plaatsen, steden en paleizen wonen, evenals goden, draken, anderen van de acht divisies, mensen en niet-menselijken enzovoorts. Ook zijn er voetloze wezens, wezens met twee voeten, vier voeten en vele voeten, met vorm en zonder vorm, met gedachte en zonder gedachte, en niet volledig met gedachte en niet volledig zonder gedachte. Ik zal overeenstemmen met en me bekommeren om al deze vele soorten wezens, door allerlei soorten van diensten en offeringen aan hen te verschaffen. Ik zal hen met hetzelfde respect behandelen zoals ik mijn eigen ouders toon, leraren, ouderlingen, Arhats en zelfs de Tathagata’s. Ik zal hen allemaal gelijkwaardig dienen zonder verschillen.

“Ik zal een goede dokter zijn voor de zieken en diegene die lijden. Ik zal diegene die verdwaald zijn naar het juiste pad leiden. Ik zal een helder licht zijn voor diegene in de donkere nacht en zorg ervoor dat de armen en behoeftige verborgen schatten ontdekken. De Bodhisattva bevoordeelt onpartijdig alle levende wezens op deze wijze.

“Waarom is dit? Als een Bodhisattva overeenstemt met levende wezens, dan overeenstemt hij met en maakt offeringen tot alle Boeddha’s. Als hij levende wezens kan vereren en dienen, dan vereert en dient hij de Tathagata’s. Als hij levende wezens gelukkig maakt, maakt hij alle Tathagata’s gelukkig. Waarom is dit? Dit is omdat alle Boeddha’s, Tathagata’s, het bewustzijn van groot mededogen als hun substantie nemen. Vanwege levende wezens brengen ze grote mededogen voort. Door groot mededogen wordt het Bodhibewustzijn geboren; en door het besluit voor Bodhi, verwezenlijken ze Gelijkwaardige en Juiste Verlichting.

“Het is als een grote koning van bomen die tussen de rotsen en het zand van een woeste wildernis groeit. Wanneer de wortels water krijgen, zullen de takken, bladeren, bloemen en vruchten allemaal bloeien. De Bodhiboom koning die in de wildernis van geboorte en dood groeit is hetzelfde. Alle levende wezens zijn zijn wortels; Alle Boeddha’s en Bodhisattva’s zijn zijn bloemen en vruchten. Door alle levende wezens te bevoordelen met het water van groot mededogen, kan diegene de bloemen en vruchten van de Boeddha’s en Bodhisattva’s wijsheid realiseren.

“Waarom is dit? Als alle Bodhisattva’s levende wezens bevoordelen met het water van groot mededogen, kunnen ze zelf Anuttarasamyaksambodhi bereiken. Daarom, behoort Bodhi aan levende wezens toe. Zonder levende wezens, zou geen enkele Bodhisattva de Ongeëvenaarde Juiste Verlichting kunnen perfectioneren.

“Goede man, je moet deze principes zo begrijpen: Wanneer het bewustzijn onpartijdig is ten opzichte van alle levende wezens, kan diegene volledige en perfecte grote mededogen verwezenlijken. Door gebruik te maken van het hart van groot mededogen om met levende wezens overeen te stemmen, perfectioneert diegene het maken van offeringen tot de Tathagata’s. Op deze wijze stemt de Bodhisattva onafgebroken overeen met levende wezens.

“Zelfs wanneer het rijk van lege ruimte tot een eind komt, de rijken van levende wezens tot een eind komen, de karma van levende wezens tot een eind komt en de kwellingen van levende wezens tot een eind komen, zal ik nog steeds eindeloos overeenstemmen, eindeloos in gedachte na gedachte zonder te stoppen. Mijn lichaam, spraak en bewustzijn vermoeien nooit door deze daden uit te voeren.

 

“Verder, goede man, om alle verdienste en deugd universeel over te dragen wordt uitgelegd als volgt. Alle verdienste en deugd, vanaf de eerste gelofte, om te vereren en te respecteren, tot en met de gelofte om onafgebroken overeen te stemmen, draag ik universeel over tot alle levende wezens door het gehele Dharmarijk en tot de grenzen van lege ruimte. Ik zweer dat alle levende wezens constant vredig en gelukkig zullen zijn, zonder ziekten of lijden. Ik zweer dat niemand slaagt in het doen van slechte daden, maar dat alle wezens haastig hun cultivatie van goed karma zullen perfectioneren. Ik zweer om de deuren naar de slechte bestemmingen te sluiten en open de juiste paden van mensen, goden en Nirvana. Ik zal in staan voor wezens en ontvang al de extreem zware vruchten van lijden die ze voort brengen met hun kwaadaardige karma. Ik zal al deze wezens bevrijden en uiteindelijk ervoor zorgen dat ze Ongeëvenaarde Bodhi volbrengen. De Bodhisattva cultiveert overdracht op deze wijze.

“Zelfs wanneer het rijk van lege ruimte tot een eind komt, de rijken van levende wezens tot een eind komen, de karma van levende wezens tot een eind komt en de kwellingen van levende wezens tot een eind komen, zal ik nog steeds eindeloos alle verdienste en deugd overdragen, eindeloos in gedachte na gedachte zonder te stoppen. Mijn lichaam, spraak en bewustzijn vermoeien nooit door deze daden uit te voeren.

 

“Goede man, dit zijn de tien grote geloften van de Bodhisattva Mahasattva in hun volledigheid. Als alle Bodhisattva’s deze grote geloften kunnen opvolgen en betreden, dan zullen ze in staat zijn om alle levende wezens tot volwassenheid te brengen. Ze zullen in staat zijn om overeen te stemmen met Anuttarasamyaksambodhi en de zee van gedragingen en geloften van Samantabhadra te volbrengen. Daarom, goede man, moet je de betekenis van hen kennen.

“Als een goede man of goede vrouw zoveel werelden zou vullen als erg fijne stofkorrels in ontelbare, grenzeloze, onuitspreekbare, onuitsprekelijke Boeddhalanden door de gehele tien richtingen met de superieure wonderbaarlijke zeven juwelen; en als ze ook alle superieure vrede en gelukzaligheid bekend bij goden en mensen aan elk levend wezen in al deze werelden zou geven; en als ze zulke cadeaus tot al de Boeddha’s en Bodhisattva’s van deze werelden zou offeren, door dit onafgebroken te doen zonder eind voor zoveel eeuwigheden dat er erg fijne stofkorrels zijn in deze Boeddhalanden, zouden zij veel verdienste en deugd verkrijgen.

 “Maar de verdienste en deugd die verkregen worden door het geven van deze cadeaus, wanneer vergeleken met de verdienste en deugd die verkregen worden door een persoon die deze koningen van geloften hoort terwijl ze eenmaal langs zijn oren gaan, zijn niet gelijkwaardig aan één honderdste deel, één duizendste deel, of zelfs één deel van een upanishad.

“Verder, als een persoon deze grote geloften ontvangt en handhaaft met een bewustzijn van diep geloof, ze leest en reciteert, of schrijft slechts een vers van vier regels uit, kan hij of zij snel de karma van de vijf ononderbroken overtredingen opheffen. Al de ziekten van de wereld die het lichaam en bewustzijn kwellen, evenals de verschillende soorten van bittere ellende, zullen uitgewist worden, tot en met slecht karma gelijk aan de fijne stofkorrels in Boeddhalanden.

“Al de demonenlegers, de yaksha’s, rakshasa’s, kumbhanda’s, pishacha’s, bhuta’s, enzovoorts, en alle kwaadaardige geesten en spirits die bloeddrinken en zich voeden met vlees zullen ver weg gaan van deze persoon. Of ze zullen, na een korte tijd, besluiten om hem te benaderen en te beschermen. Daarom, als hij deze geloften hardop reciteert zal hij in staat zijn om vrij door de wereld te bewegen zonder obstakels, zoals de maan die door de wolken verschijnt. Al de Boeddha’s en Bodhisattva’s zullen hem prijzen; mensen en goden moeten allemaal uit respect voor hem buigen, en alle levende wezens moeten offeringen tot hem maken. Deze goede man zal makkelijk herboren worden als een mens en zal al de verdienste en deugd van Samantabhadra perfectioneren. Na een korte tijd, zal hij hetzelfde zijn als Samantabhadra Bodhisattva zelve, en zal een subtiel en wonderbaarlijk lichaam verkrijgen uitgerust met de tweeëndertig kenmerken van een groot man. Als hij geboren wordt onder mensen of goden, zal hij altijd in een superieure familie leven. Hij zal volledig de slechte bestemmingen vernietigen en zal alle slechte metgezellen verlaten. Volledig in staat om alle externalisten te overwinnen, hij zal zichzelf volledig bevrijden van alle kwellingen, net als de vorstelijke leeuw die alle dieren onderwerpt. Die persoon zal waardig zijn om de offeringen van alle levende wezens te ontvangen.

“Verder, wanneer een persoon op het punt staat om te sterven, op het laatste moment van leven, wanneer al zijn zintuigen uiteengaan en hij scheid van zijn familieleden, wanneer alle macht en status verloren zijn en niets overblijft, wanneer zijn premier, belangrijke ambtenaren, zijn binnenhof en buiten steden, zijn olifanten, paarden, karren en schatten van kostbare edelstenen hem niet langer kunnen vergezellen, zullen deze koningen van geloften alleen bij hem blijven. Ten alle tijden, zullen ze hem voorwaarts loodsen, en in een enkel ogenblik zal hij herboren worden in het Land van Ultiem Geluk. Daar gearriveerd, zal hij Amitabha Boeddha, Manjushri Bodhisattva, Samantabhadra Bodhisattva, Avalokiteshvara Bodhisattva, Maitreya Bodhisattva en anderen zien. Het uiterlijk van deze Bodhisattva’s zullen eerzaam en versiert zijn, en hun verdienste en deugd volledig. Gezamenlijk zullen ze hem circumbuleren.

“Deze persoon zal zichzelf geboren zien worden via een lotusbloem en zal een voorspelling ontvangen van de Boeddha. Op deze wijze, zal hij door ontelbare honderden duizenden miljoenen biljoenen nayuta’s van eeuwigheden gaan, en met zijn kracht van wijsheid, zal hij overeenstemmen met de bewustzijnen van levende wezens om hen te bevoordelen overal door de gehele onuitspreekbare onuitsprekelijke werelden van de tien richtingen.

“Het duurt niet lang, voordat hij in een Bodhimanda zal zitten, de demonische legers onderwerpt, Gelijkwaardige en Juiste Verlichting verwezenlijkt en het wonderbaarlijke Dharmawiel draait. Hij zal ervoor zorgen dat levende wezens in werelden zoveel als de fijne stofkorrels in Boeddhalanden om het besluit voor Bodhi voort te brengen. In overeenstemming met hun fundamentele naturen, zal hij ze onderwijzen, transformeren en ze tot volwassenheid brengen. Tot het einde van de zeeën van toekomstige eeuwigheden, zal hij alle levende wezens zeer groot voordeel brengen.

“Goede man, de verdienste en deugd die verkregen wordt door levende wezens die deze grote koningen van geloften horen en in ze geloven, door ze te ontvangen, handhaven, lezen en reciteren, en door ze uitgebreid uit te leggen voor anderen, kan alleen bekend zijn bij de Boeddha, de Bhagavan, en bij niemand anders. Daarom, moeten diegene die deze koningen van geloften horen geen twijfels koesteren. Accepteer ze eerbiedig. Na ze geaccepteerd te hebben, moet je in staat zijn om ze te lezen. Nadat je ze kan lezen, moet je in staat zijn om ze hardop te reciteren; en nadat je ze hardop kan reciteren, moet je in staat zijn om ze te handhaven, tot de uitbreiding dat je ze uit kan schrijven en ze uitgebreid kan uitleggen voor anderen. Dan in een enkele gedachte, zal diegene zijn gedragingen en geloften verwezenlijkt zijn.

“De zegeningen die diegene zal verkrijgen zullen onmeetbaar en grenzeloos zijn. Diegene zal in staat zijn om levende wezens te redden van de gigantische zee van kwellingen en lijden, en zorgt ervoor dat ze hun goede ontsnapping kunnen maken en om herboren te worden in Amitabha Boeddha zijn Land van Ultiem Geluk.”

 

Op dat moment, wenste Samantabhadra Bodhisattva, Mahasattva, om zijn strekking te herhalen, beschouwde overal in de tien richtingen en sprak verzen, “

 

Voor de Leeuwen onder mensen door de gehele werelden

van de tien richtingen,

In het verleden, heden en ook in de toekomst,

Met lichaam, spraak en bewustzijn volledig zuiver,

Buig ik voor hen allemaal, zonder één over te slaan.

 

Met de ontzagwekkende spirituele kracht van

Samantabhadra zijn geloften,

Verschijn ik op hetzelfde moment voor elke Tathagata

En in getransformeerde lichamen zoveel als stofkorrels

in landen,

buig ik tot Boeddha’s zo talrijk als stofkorrels in landen.

 

In elke stofkorrel zijn er Boeddha’s zoveel als stofkorrels,

Elk verblijft te midden van een menigte van Bodhisattva’s.

Door alle stofkorrels in eindeloze Dharmarijken

is het hetzelfde;

Ik geloof diepgaand dat ze allemaal gevuld zijn met

Boeddha’s.

 

Met zeeën van elk en ieder geluid laat ik overal,

Woorden en zinnen vallen, wonderbaarlijk en eindeloos,

Die nu en gedurende alle eeuwigheden van de toekomst,

De uitgestrekte, diepe zee van de Boeddha zijn verdienste

en deugd loven.

 

Bloemenkransen superieur en wonderbaarlijk,

Muziek, parfums, paraplu’s en baldakijnen,

En andere versieringen overvloedig en zeldzaam,

Offer ik tot iedere Tathagata.

 

Fijne kleding, superieure wierook,

Poeder en brandende wierook, lampen en kandelaars,

Ieder zo hoog opgestapeld als Wonderbaarlijke

Hoge Bergen,

Offer ik volledig tot alle Tathagata’s.

 

Met een uitgestrekt, groot, superieur bevrijd bewustzijn,

Geloof ik in alle Boeddha’s van de drie perioden van tijd.

Met de kracht van Samantabhadra zijn gedragingen en geloften,

Maak ik overal offeringen tot alle Tathagata’s.

 

Voor alle slechte daden die ik begaan heb in het verleden

Gecreëerd met mijn lichaam, spraak en bewustzijn,

Door beginloze hebzucht, haat en begoochelingen,

Ken ik nu schaamte en berouw voor hen allemaal.

 

Ik verblijd in de verdienste en deugd

Van alle wezens van de tien richtingen,

De Lerenden en Diegene die Voorbij Studie zijn in de

Twee Voertuigen,

En alle Tathagata’s en Bodhisattva’s.

 

Voor de Lampen van de Werelden van de tien richtingen,

Diegene die als eerste Bodhi verwezenlijken,

Verzoek ik en smeek ze nu allemaal om

Het voornaamste, wonderbaarlijke Dharmawiel te draaien.

 

Als er Boeddha’s zijn die wensen voor Nirvana,

Verzoek ik met diepgaande oprechtheid

Dat ze in de wereld blijven voor zoveel eeuwigheden

dat er stofkorrels in kshetra’s zijn

Om voordeel en gelukzaligheid naar elk wezen te brengen.

 

Ik vereer diegene met zegeningen, loof hen en

maak offeringen;

Ik verzoek dat de Boeddha’s in de wereld blijven en het Dharmawiel draaien.

De goede wortels verkregen van het volgen

en verblijden in verdienste en deugd,

En van berouwen en hervormen, draag ik over tot

levende wezens en het Boeddhapad.

 

Ik volg en verblijd in verdienste en deugd,

Betuig spijt voor en verander mijn karmische obstakels,

En draag dan eveneens deze goede wortels over evenals alle

zegeningen,

Zodat levende wezens spoedig Boeddhaschap mogen

bereiken.

 

Ik studeer met de Boeddha’s en beoefen

De perfecte gedragingen van Samantabhadra;

Ik maak offeringen tot alle Tathagata’s van het verleden

En tot alle huidige Boeddha’s door de gehele

tien richtingen.

 

Alle toekomstige leraren van goden en mensen

Wiens ambities voor vreugde volbracht zijn

Zal ik volgen in studie door de gehele drie perioden van tijd

En zal spoedig grote Bodhi bereiken.

 

In alle landen van de tien richtingen,

Uitgestrekt, groot, zuiver en wonderbaarlijk versiert,

Zitten alle Tathagata’s onder de Koninklijke Bodhibomen,

Terwijl assemblees hen circumbuleren.

 

Ik zweer dat elk levend wezen in alle richtingen

Vredig, gelukkig en zonder zorgen zullen zijn.

Mogen ze de Juiste Dharma zijn verheven assistentie

verkrijgen,

En mogen al hun kwellingen weg geveegd worden zonder

uitzonderingen.

 

Wanneer ik in de richting van Bodhi cultiveer,

Zal ik de kennis van vorige levens in alle bestemmingen verkrijgen.

Ik zal altijd het huiselijkleven verlaten en zuivere Voorschriften cultiveren,

Zonder uitvloeiingen, nooit overtreden en smetteloos.

 

Mogen ze goden, draken, yaksha’s of kumbhanda’s,

Zijn tot aan mensen, niet-menselijken en de rest,

In de vele talen van al deze levende wezens,

Zal ik met elk geluid de Dharma spreken.

 

Ik zal met kracht de zuivere Paramita’s cultiveren,

En zal nooit het Bodhibewustzijn achterlaten.

Ik zal alle obstakels en verontreinigingen uitdrijven,

En zal al de wonderbaarlijke beoefeningen volbrengen.

 

Van alle begoochelingen, karma en demonische-staten,

Te midden van alle wereldlijke paden, zal ik bevrijd

worden.

Zoals de lotus die het water niet raakt,

Zoals de zon en de maan niet stoppen in het heelal.

 

Het beëindigen van het lijden van de paden van slechtheid,

En om iedereen gelijkmatig geluk te brengen,

Mag ik voor eeuwigheden als de stofkorrels in landen

Altijd iedereen bevoordelen in de tien richtingen.

 

Altijd in overeenstemming met levende wezens,

Cultiveren door alle toekomstige eeuwigheden heen,

Zal ik de uitgestrekte gedragingen van Samantabhadra

En de Ongeëvenaarde Grote Bodhi perfectioneren.

 

Mogen allen die met mij cultiveren

Gezamenlijk met mij bijeenkomen op één plek,

Onze karma’s van lichaam, spraak en bewustzijn identiek,

Terwijl we alle beoefeningen en geloften cultiveren en

bestuderen.

 

Met alle goede en wijze adviseurs die mij helpen

Bij het uitleggen van Samantabhadra zijn daden,

Ik zweer om altijd bijeen te komen:

Mogen ze nooit ontevreden zijn met mij.

 

Ik zweer om altijd de Tathagata’s te ontmoeten

En de menigten van volgelingen die hen rondom

circumbuleren.

Ik zal offeringen verzamelen die uitgestrekt en groot zijn,

Onvermoeid tot het einde van toekomstige eeuwigheden.

 

Ik zal de subtiele wonderbaarlijke Boeddhadharma

hoog houden

En de beoefeningen van Bodhi belichten;

Ik zal tot het uiterste zuiver zijn in

Samantabhadra zijn Pad,

Beoefenen tot het einde der tijden.

 

Onuitputtelijke zegeningen en wijsheid

Zal ik cultiveren gedurende alle bestanen;

Via concentratie, wijsheid, vaardige middelen en

bevrijding,

Zal ik een eindeloze voorraad van

verdienste en deugd verkrijgen.

 

In één stofkorrel zijn er landen zo talrijk als stofkorrels.

In elk land zijn er ontelbare aantallen van Boeddha’s.

Op elke plek waar er Boeddha’s verblijven zie ik

de menigte verzameld,

Eindeloos al de beoefeningen van Bodhi aan

het verkondigen.

 

Overal in de tien richtingen, door de gehele zee van landen,

Op het uiteinde van elke haar in oceanen van alle tijd,

Zo is er ook een zee van Boeddha’s, een zee van

Boeddhalanden;

Ik doordring hen allemaal en cultiveer voor zeeën van eindeloze tijd.

 

De spraak van alle Tathagata’s is zuiver;

Elk woord omvat een oceaan van alle geluiden.

In overeenstemming met wat wezens fijn vinden om

te horen,

Vloeit de Boeddha zijn zee van welbespraaktheid voort.

 

Alle Tathagata’s van de drie perioden van tijd

Draaien voor eeuwig het wonderbaarlijke Dharmawiel

van noumenon en fenomenen.

In de onuitputtelijke zeeën van woorden en talen,

Betreed ik overal met de kracht van diepe wijsheid.

 

Ik kan de toekomst doordringen

En alle eeuwigheden uitputten in een enkele gedachte.

In een enkele gedachte betreed ik volledig

Alle eeuwigheden van de drie perioden van tijd.

 

In één gedachte zie ik alle Leeuwen van de Mensheid

Van het verleden, heden en de toekomst.

Ik doorgrond continu de Boeddha zijn toestanden,

Hun magische bevrijdingen en hun overweldigende kracht.

 

Op de top van een extreem fijne haar,

Verschijnen juwelen landen van eeuwige tijd.

Landen op haartoppen zoveel als stofkorrelachtige landen

van de tien richtingen,

Betreed ik diepgaand, versier en zuiver.

 

Alle Lampen van de Toekomst die de wereld verlichten,

Het Pad verwezenlijken, het Dharmawiel draaien

en wezens laten ontwaken;

Terwijl ze de Boeddha zijn werk perfectioneren en

Nirvana manifesteren,

Bezoek en benader ik ze en verkrijg veel van elk van hen.

 

De spirituele kracht om vlug overal heen te gaan,

De kracht om universeel de Mahayana te betreden

via de Universele Deur,

De kracht van wijsheid en gedragingen om universeel

verdienste en deugd te cultiveren.

De subtiele spirituele kracht om allen met grote

vriendelijkheid te beschermen.

 

De kracht om overal superieure zegeningen te zuiveren

en te versieren,

De kracht van wijsheid die ongehecht en onafhankelijk is,

De overweldigende spirituele kracht en de krachten

van consentratie, wijsheid en vaardige middelen,

De kracht om universeel Bodhi te accumuleren,

 

De kracht van goed karma die alle dingen zuivert,

De kracht om alle kwellingen op te heffen,

De kracht om alle demonen te onderwerpen,

De kracht om Samantabhadra zijn gedragingen te perfectioneren.

 

De zee van landen versier en zuiver ik overal,

En ik bevrijd de zee van alle levende wezens.

Met vaardigheid maak ik onderscheidingen binnenin

de zee van alle dharma’s

En betreed diepgaand de zee van wijsheid.

 

Ik kan de oceaan van alle beoefeningen zuiveren,

En een zee van geloften perfectioneren en volbrengen.

Ik benader een zee van Boeddha’s en maak offeringen,

En cultiveer zonder vermoeidheid voor een zee van tijd.

 

Tot alle Tathagata’s van de drie perioden van tijd,

Met Bodhi, gedragingen en geloften meest verheven,

Offer ik volledig mijn perfecte cultivatie op;

Met Samantabhadra zijn beoefeningen,

ontwaak ik tot Bodhi.

 

Elke Tathagata heeft een ouderling volgeling

Genaamd Samantabhadra, Geëerde.

Ik draag nu alle goede wortels over, en ik zweer

Om daden van wijsheid te verrichten identiek tot de zijne.

 

Ik zweer dat mijn lichaam, spraak en bewustzijn

voor eeuwig zuiver zullen zijn

En dat alle beoefeningen en Boeddhalanden dat

ook zullen zijn.

Ik zweer om op elke manier identiek te zijn

Aan de wijsheid van Samantabhadra.

 

Ik zal volledig Samantabhadra zijn gedragingen zuiveren,

Evenals de grote geloften van Manjushri.

Al hun daden zal ik volbrengen, zonder iets ongedaan

te laten.

Tot aan het einde van de toekomst zal ik nooit vermoeien.

 

Oneindig en grenzeloos is mijn cultivatie;

Onbegrensde verdienste en deugd verwerf ik.

Te midden van ontelbare beoefeningen zal ik

in vrede verblijven,

En doordring de kracht van spirituele krachten.

 

Manjushri heeft wijsheid, heldhaftig en dapper;

Samantabhadra zijn gedragingen en wijsheid zijn hetzelfde.

Ik draag nu alle goede wortels over

Om ze te volgen in beoefening en in studie.

 

In de drie perioden van tijd, loven alle Boeddha’s

Zulke geloften zoals deze, verheven en geweldig.

Ik draag nu alle goede wortels over, met de wens om

De superieure beoefeningen van Samantabhadra

te perfectioneren.

 

Ik zweer dat wanneer mijn leven zijn einde nadert,

Alle obstakels weggeveegd zullen zijn;

Ik zal Amita Boeddha zien,

En geboren worden in zijn Land van Ultiem Geluk en Vrede.

 

Wanneer herboren in het Westelijke Land,

Zal ik deze grote geloften perfectioneren en

Volledig volbrengen zonder uitzonderingen,

Om alle wezens te verblijden en te bevoordelen.

 

De assemblee van Amita Boeddha is volledig zuiver;

Wanneer ik van een ongeëvenaarde lotus geboren wordt,

Zal ik de Tathagata zijn oneindig licht aanschouwen

wanneer hij voor me verschijnt

Om een voorspelling van Bodhi toe te kennen.

 

Na het ontvangen van de voorspelling van de Tathagata,

Zal ik ontelbare koti’s van lichamen creëren,

En met wijsheid kracht gigantisch en groot al

de tien richtingen doorkruisen

Om de rijken van levende wezens te bevoordelen.

 

Rijken van werelden en lege ruimte kunnen eindigen

om te bestaan,

En wezens hun karma en kwellingen gedoofd worden;

Maar ze zullen nooit uitputten.

Evenmin zullen enig van mijn geloften.

 

Met talrijke juwelen in grenzeloze landen in alle richtingen,

Maak ik decoraties voor en offeringen tot de Tathagata’s.

Voor eeuwigheden zoveel als de stofkorrels in landen,

Breng ik de hoogste vrede en vreugde tot goden en mensen.

 

Echter, als iemand gelooft in deze superieure koningen

van geloften,

Terwijl ze zijn oren passeren voor één enkele keer,

En als diegene in zijn zoektocht voor Bodhi altijd

dorstig naar deze geloften hunkert,

De verdienste en deugd verkregen zullen die overtreffen.

 

Met slechte adviseurs voor altijd achter zich gelaten,

Van de paden van slechtheid scheid diegene voor eeuwig.

Om snel de Tathagata zijn oneindig licht te zien

En Samantabhadra zijn superieure geloften te perfectioneren.

 

Makkelijk de zegeningen van een lang leven verkrijgen,

Verzekerd van wedergeboorte in het mensenrijk,

In korte tijd, zal hij de beoefeningen van Samantabhadra

perfectioneren en volbrengen.

 

In het verleden, wegens het gebrek aan wijsheidkracht,

Heb ik de vijf ononderbrokenovertredingen van

extreme slechtheid begaan.

Kunnen allemaal in één gedachte weggeveegd worden,

Door de grote Koningen van Geloften van Samantabhadra te reciteren.

 

Zijn familie, ras en huidskleur, kenmerken en

karakteristieken

Samen met zijn wijsheid zijn allemaal geperfectioneerd

en volledig;

Demonen en externalisten zullen geen mogelijkheden

hebben om hem te schaden,

En hij is waardig om de offeringen te ontvangen van

de drie rijken.

 

Naar de vorstelijke Bodhiboom zal hij spoedig gaan,

En terwijl daar zittend zal hij een bende van demonen onderwerpen.

Juist en gelijkwaardig verlicht, zal hij het

Dharmawiel draaien,

Om de menigten van levende wezens te bevoordelen.

 

Als iemand Samantabhadra zijn geloften kan lezen,

Reciteert, ontvangt en houd ze hoog en verkondigt ze,

Diegene zijn beloning zal alleen bekend zijn bij

de Boeddha’s,

En diegene zal Bodhi‘s hoogste pad verkrijgen.

 

Als iemand Samantabhadra zijn geloften reciteert,

Dan van slechts een klein deeltje van diegene zijn

goede wortels,

Zal alles in een enkele gedachte geperfectioneerd zijn,

En de zuivere geloften van levende wezens zullen allemaal

volbracht zijn.

 

De superieure en eindeloze zegeningen van Samantabhadra

zijn gedragingen

Draag ik nu universeel over.

Mogen alle levend wezen, die aan het verdrinken zijn

en die stuurloos zijn,

Spoedig terugkeren naar het Land van Oneindig Licht!”

 

Op dat moment, toen Samantabhadra Bodhisattva Mahasattva beëindigd was met het spreken van deze zuivere verzen over de Grote Koningen van Geloften van Samantabhadra voor de Tathagata, was de Jongeling Goede Rijkdom overweldigd met grenzeloze vreugde. Al de Bodhisattva’s waren eveneens extreem opgetogen, en de Tathagata prees hem, zeggende, “Goed zo, goed zo!”

 

Op dat moment, verkondigde de Bhagavan deze superieure Dharmadeur van de onvoorstelbare staat van bevrijding voor al de wijzen en Bodhisattva’s Mahasattva’s, met Manjushri Bodhisattva als hun leider.

Ook waren al de grote Bodhisattva’s en de zesduizend Bhikshu’s die volwassenheid hadden bereikt aanwezig, met Maitreya Bodhisattva als hun leider. Alle de grote Bodhisattva’s van de Waardige Eeuw, die geleid werden door de onberispelijke Samantabhadra Bodhisattva, waren eveneens aanwezig.

Al de grote Bodhisattva’s die in één leven de volgende Boeddha’s zullen worden en die op de positie van de zalving van de kruin zijn verzamelde zich met al de assemblees van Bodhisattva’s Mahasattva’s, zo talrijk als fijne stofkorrels in een oceaan van landen, die van de resterende werelden van de tien richtingen gekomen waren. Zij werden geleid door de grote wijze Shariputra, Mahamaudgalyayana, en anderen.

 

Al de grote Shravaka’s, samen met al de mensen, goden, en heersers van alle werelden, evenals draken, yaksha’s, gandharva’s, asura’s, garuda’s, kinnara’s, mahoraga’s, mensen, niet-menselijken, enzovoorts, en de volledige grote assemblee, bij het horen van wat de Boeddha had gezegd, waren allemaal zeer opgetogen, accepteerde het met geloof en beoefende het.

 

Einde van het Hoofdstuk over het Betreden van de Onvoorstelbare Staat van Bevrijding van de

Gedragingen en Geloften van Samantabhadra