Wanneer alle religies met elkaar verenigd zijn en met alle levende wezens, en het Boeddhisme één is met alle levende wezens, zal er wereldvrede zijn en zullen er geen oorlogen meer zijn.
Het Boeddhisme is ‘n meest volmaakte onderrichting, en het zou ook de meest universele onderrichting moeten zijn. Maar sommige mensen die het niet juist begrepen verdeelde het Boeddhisme op in de Mahayana (het Grote Voertuig) en de Theravada (het Kleine Voertuig), en ook in de verschillende scholen op van Chan, Leringen, Moraliteit, Esoterisch en Zuivere Land.
Oorspronkelijk had het Boeddhisme al deze verschillende vertakkingen niet van ‘n Grote Voertuig en ‘n Kleine Voertuig, ‘n noordelijke traditie en ‘n zuidelijke traditie; noch had het de vijf scholen van Chan, Leringen, Moraliteit, Esoterisch en Zuivere Land. Het Boeddhisme is gewoon één, en het sluit niemand buiten. Als je in de Boeddha geloof, ben je ‘n Boeddhist. Als je dat niet doe, ben je nog ‘n Boeddhist. Zelfs als je het Boeddhisme beledigt, ben je ‘n Boeddhist. En als je het Boeddhisme looft, ben je ook ‘n Boeddhist. Waarom is dit? Dit komt doordat het Boeddhisme de lege ruimte tot het einde van het Dharmarijk doordringt; elk levend wezen maakt deel uit van het Boeddhisme. Hierom moet het Boeddhisme niet onderverdeeld worden in nationaliteiten, etnische groepen, sekten of fracties. Het Boeddhisme omvat alle functies van het hele universum. Maar toch hebben bepaalde mensen zelf besloten om het Boeddhisme onder te verdelen in ‘n noordelijke school en ‘n zuidelijke school, waardoor ze onnodige problemen toevoegde die de perfecte universaliteit van het Boeddhisme vernietigde. Het Boeddhisme raakte gefragmenteerd en onderverdeeld. Nu in dit tijdperk, is het tijd voor alle Boeddhisten, zowel noordelijk, als zuidelijk, ongeacht van nationaliteit, ons te verenigen. Iedereen moet ‘n ware volgeling van de Boeddha zijn, niet ‘n oneerbiedige of ‘n rebellerende volgeling.
Het Boeddhisme is ‘n zeer perfecte en meest universele religie, maar zijn aanhangers zijn te klein van geest en daardoor kan het Boeddhisme niet alomvattend en ongehinderd zijn. Nu willen we ons verenigen met het Boeddhisme van alle landen en nationaliteiten, ons verenigen met alle religies en ons verenigen met alle levende wezens. Wanneer alle religies met elkaar verenigd zijn en met alle levende wezens, en het Boeddhisme één is met alle levende wezens, zal er wereldvrede zijn en zullen er geen oorlogen meer zijn. Er zijn oorlogen in de wereld omdat de oorlogen in de bewustzijnen van mensen zich extern manifesteren als oorlogen overal ter wereld. Wanneer er in ieders bewustzijn vrede is, dan is er vrede in de wereld.
Wanneer de harten van mensen vredig zijn,
Is alles onder de Hemel rustig.
Wanneer alles onder de Hemel rustig is,
Is Grote Eenheid bereikt.
Wanneer dit gebeurt, zullen er nergens ter wereld nog oorlogen zijn. Als iedereen op aarde het motto kan volgen van, “geen zelf, geen anderen, geen levende wezens, geen levensspan, geen strijdt, geen hebzucht, niet zoeken, geen zelfzuchtigheid, geen eigen voordeel najagen en niet liegen,” dan zal iedereen in harmonie samenleven en er zullen geen conflicten meer zijn.
De locatie van de Stad van Tienduizend Boeddha’s is in noord Californië in de Verenigde Staten, en wat voor religie je ook aanhangt, mag je naar de Stad komen en je eigen religieuze diensten houden. Wij Boeddhisten zullen ook deelnemen bij de diensten van andere religies. In het verleden, hield geen enkele andere religie ooit haar diensten in ‘n Boeddhahal. Dit is nooit eerder in de geschiedenis van het Boeddhisme gebeurt. Nu wil de Stad van Tienduizend Boeddha’s door de gefragmenteerde, etnische, nationale en persoonlijke vooroordelen heen breken en alle religies omvatten en accepteren zonder er ook maar één tegen te werken. Om ‘n religie tegen te werken betekent het vernietigen van vrede en om oorlogen uit te nodigen.
Het Boeddhisme doordringt lege ruimte tot aan het einde van het Dharmarijk. Geen enkel levend wezen is buiten lege ruimte of het Dharmarijk, noch is enige religie. Daarom moet het Boeddhisme één worden met alle religies. Het moet geen interne grenzen en afdelingen creëren en falen om één te worden met levende wezens.
Toen de Boeddha onder de Bodhiboom zat, keek hij op één avond naar ’n heldere ster en werd verlicht. Toen zei hij, “Alle levende wezens hebben de Boeddhanatuur en kunnen Boeddha’s worden.” Als we onszelf baseren op dit principe, moeten we de onderrichtingen van de Boeddha in de harten van alle levende wezens verspreiden, zodat elk levend wezen de Boeddhadharma kan begrijpen en Boeddhaschap kan bereiken.
We moeten ons ook realiseren dat alle levende wezens de Bodhisattvanatuur hebben en Bodhisattva’s kunnen worden. Als je de daden van ‘n Boeddha verricht, ben je ‘n Boeddha. Als je de daden van ‘n Bodhisattva verricht, ben je ‘n Bodhisattva. Om ‘n Boeddha te zijn, moet je de vier grenzeloze bewustzijnen hebben van vriendelijkheid, mededogen, vreugde en gelijkmoedigheid. De Boeddha beschouwd alle levende wezens als z’n ouders van vorige levens en als toekomstige Boeddha’s. Als dit het geval is, hoe kan er dan nog enige basis zijn om onderscheid te maken tussen levende wezens? Welke vooroordelen zouden er dan nog kunnen zijn die niet opgeheven kunnen worden? Iedereen bezit de Boeddhanatuur in gelijke mate. Iedereen bezit ook in gelijke mate de Bodhisattvanatuur. Iedereen kan het Bodhisattvapad bewandelen. Wat is het Bodhisattvapad? Het bestaat uit de Zes Perfecties en de tienduizend beoefeningen. De Zes Perfecties zijn:
- Geven. Geven geneest iemand van gierigheid en hebzucht. Mensen die gierig zijn en die niet instaat zijn om dingen op te geven moeten geven beoefenen. Slechts door te geven kun je verkrijgen. Als je niets geeft, kan je niets verkrijgen. Geven en ontvangen: je moet geven om te ontvangen. Er is het geven van rijkdom, geven van Dharma en het geven van angstloosheid.
- Het geven van rijkdom betekent het geven van geld en het geven van de rijkdom van verdienste en deugd. Wanneer je geeft, moet je de drie aspecten van het geven leegmaken zodat er geen gever, geen ontvanger is en dat er niets is dat gegeven of ontvangen wordt.
- Het geven van Dharma betekent het schenken van de Boeddhadharma aan levende wezens. Je spreek onafgebroken de Boeddhadharma om levende wezens te redden die er hongerig en dorstig voor zijn.
- Het geven van angstloosheid betekent dat je levende wezens troost en ze helpt om niet bang te zijn wanneer ze angstig zijn.
Dit is de algemene betekenis van geven.
- Handhaven van de voorschriften. De basisvoorschriften zijn de verboden om te doden, te stelen, seksueel wangedrag, liegen en het consumeren van bedwelmende middelen. Niet doden komt overeen met menselijkheid, niet stelen is rechtvaardigheid, geen seksueel wangedrag begaan is fatsoen, niet liegen is betrouwbaarheid en het niet gebruiken van bedwelmende middelen is wijsheid. Menselijkheid, rechtvaardigheid, fatsoen, betrouwbaarheid en wijsheid zijn slechts de voorschriften tegen doden, stelen, seksueel wangedrag, liegen en het innemen van bedwelmende middelen. Als je de vijf voorschriften kan handhaven, ben je in overeenstemming met menselijkheid, rechtvaardigheid, fatsoen, betrouwbaarheid en wijsheid. Wanneer je in overeenstemming bent met deze vijf deugden, dan heb je het fundament gelegd om ‘n goed persoon te zijn.
- Geduld. Er is geduld met ontstaan, geduld met dharma’s en geduld met het niet ontstaan van dharma’s. Om in staat te zijn om het ondragelijke te verdragen is ware geduld. Wanneer je datgene verdraagt dat verdraaglijk is, telt dat niet als echt geduld. Het zijn de onverdraagbare dingen die je moet kunnen verdragen. Maitreya Bodhisattva heeft ‘n vers:
De Oude Dwaas draagt ‘n versleten pij
En vult zijn maag met simpel voedsel.
Het repareert zijn pij om de kou buiten te houden,
En laat zaken hun natuurlijk verloop lopen.
Als iemand de Oude dwaas berispt,
Zeg hij gewoon “oké.”
Als iemand de Oude Dwaas slaat,
Gaat hij gewoon liggen slapen.
“Spuug op m’n gezicht,
En ik zal het laten opdrogen uit zichzelf,
Zo spaar ik mijn energie.
En raak jij niet gekweld.”
Dit soort Paramita
Is de juweel binnen het wonderbaarlijke,
Als je dit nieuws weet,
Hoe kan je je dan nog zorgen maken over het niet bereiken van het Pad.
De Paramita (“perfectie”) van Geduld vereist dat je datgene verdraag dat je niet kan verdragen. Wanneer je datgene kan verdragen dat onverdraaglijk is, is dat Paramita, “Het bereiken van de andere oever.” Wanneer je datgene verdraag dat verdraaglijk is, telt dat niet. Het telt alleen als je geduldig kan zijn met datgene dat je niet kan verdragen.
- IJver. Er is fysieke ijver en mentale ijver. Fysieke ijver betekent om vastberaden voorschriften, samadhi en wijsheid te beoefenen. Mentale ijver betekent om hebzucht, haat en onwetendheid te beëindigen. Dit is de Paramita van IJver.
- Dhyana Samadhi. Dhyana is ‘n Sanskriet woord dat “gedachtebeoefening” en “het stillen van gedachten” betekent. Het stillen van gedachten betekent om geen gedachten te hebben, het zuiveren van je bewustzijn van gedachten. Gedachtebeoefening betekent om niet gehecht te raken aan gedachten over goed en kwaad, maar om op het Middelste Pad te blijven. Dat is Dhyana Samadhi. In cultivatie, moeten we Samadhikracht cultiveren.
- Prajna. Prajna is wijsheid. Het is één van de vijf soorten van termen die niet vertaald worden. Als het vertaald zou worden als “wijsheid,” zou dat aan de betekenis afdoen. Daarom wordt Prajna niet vertaald omdat het ‘n geëerde term is. Prajna is simpelweg onze inherente natuur. Wanneer we de Boeddhadharma bestuderen, willen we wijsheid bestuderen, niet onwetendheid. Als we dingen oneerlijk doen, is dat onwetendheid. Als we op het algemene belang gericht zijn en onpartijdig zijn, is dat wijsheid. Het bevoordelen van anderen is wijsheid; het bevoordelen van jezelf is domheid. Het verschil zit ‘m in ‘n enkele gedachte. Die ene gedachte kan de hemelen en de aarde doordringen.
Dit is de Dharmadeur van de Zes Perfecties en de tienduizend beoefeningen die gecultiveerd worden door de Bodhisattva’s.
Een lezing geven op 28 Oktober 1990,
in de Shanming Tempel in Lyon, Frankrijk