Dit is omdat het vlees van levende wezens bepaalde vergiffen bevat, die wel of niet waarneembaar kunnen zijn.

 

Jullie hebben net allemaal toevlucht genomen met de oneindige Drievoudige Juweel – de Boeddha, de Dharma en de Sangha – die de gehele ruimte door het Dharmarijk doordringen. Mensen die in de Boeddha geloven moeten onafgebroken aandachtig zijn van de vriendelijkheid, mededogen, meelevende vreugde en het geven van de Drievoudige Juweel. Wij moeten ons dankbaar en fortuinlijk voelen omdat we de Drievoudige Juweel zijn tegengekomen. Zelfs in ‘n honderd milljoen eeuwigheden is het niet makkelijk om de Boeddhadharma tegen te komen. Nu dat we het tegen zijn gekomen, als we onszelf er dan niet ijverig erop toeleggen, zijn we net als ‘n student die, inplaats van om te studeren, altijd spijbelt en gaat spelen, en daarbij de tijd vruchteloos laat voorbijgaan.

 

We moeten ons altijd gedragen alsof we oog in oog staan met de Boeddha of met onze leraar. We kunnen niet het kleinste beetje slordig, laks of lui zijn. Dan zij we de Paramita van ijver aan het beoefenen. We moeten ijverig zijn in lichaam en bewustzijn. IJverig zijn in lichaam betekent om ijverig voorschriften, samadhi en wijsheid te cultiveren. Mentale ijver betekent om hebzucht, haat en onwetendheid te beeindigen.

 

Het maakt niet uit welke Dharmadeur van het Boeddhisme we kiezen om te beoefenen, we moeten ons eraan vasthouden en overeenkomstig cultiveren. Diegene die dat kan doen kan Boeddhaschap bereiken. Geen enkele Dharmadeur is minder ten opzichte van ‘n andere en is ‘n manier om de ultieme waarheid te realiseren. Het moet niet zo zijn dat je de Manifesteerde Leer voor ‘n tijdje bestudeert, dan besluit je dat je niets bereikt en stap daarom over op de Geheime Leer; dan, nadat je dat voor ‘n tijde bestudeert hebt, komt er geen reactie en daarom besluit je om de Onderrichtingen te bestuderen. Na het bestuderen van de Onderrichtingen, ben je nog steeds ontevreden en stap je daarom over op Chan. Chan, Onderrichtingen, Morele Voorschriften, Geheime en Zuiver Land – je heb elk van hen nu slechts voor twee en ’n halve dag, niet eens drie dagen bestudeerd. Je hou je niet lang vast aan één beoefening. Je ben oude dingen al snel beu en wil altijd iets nieuws. Met als resultaat dat je al je tijd gebruikt om heen en weer te rennen, en je verspil je hele leven. Wanneer de tijd aanbreekt om te sterven, heb je nog steeds geeneen Dharma succesvol gecultiveerd, enkel en alleen omdat je je tijd gebruikt om heen en weer te rennen. Wat zonde!

 

Neem het luisteren naar de Dharma bijvoorbeeld. Hoewel je veel Dharma gehoord hebt, begrijp je er erg weinig van. Of misschien begrijp je veel, maar je heb er erg weinig van beoefend. Daarom zeg ik altijd, “Om te kunnen spreken is niet zo goed als om te kunnen luisteren; om te kunnen luisteren is niet zo goed als om te kunnen beoefenen. Om te kunnen beoefenen is niet zo goed als om realisatie te kunnen bereiken.” Iemand kan dan misschien wel zo goed spreken dat bloemen uit de hemelen vallen en dat gouden lotussen uit de aarde opwellen, maar als hij niet daadwerkelijk beoefent waar hij over praat, is het alsof hij over eten praat of andermans z’n schatten telt. Het is ook als ’n man van steen. Hij kan dan wel instaat zijn om te praten, maar hij kan niet lopen, omdat hij van steen gemaakt is. Daarom is er ’n gezegde,

 

Het kan zijn dat je goed kunt spreken,

dat je wonderbaarlijk kunt spreken,

Maar als je niet beoefent,

is het niet het Pad.

 

Als je weet hoe je naar de Dharma moet luisteren, dan voor jou,

 

Algemene principes en precieze details,

Brengen allemaal de ultieme waarheid over.

 

Het maakt niet uit hoe iemand de Dharma spreekt, of hij het nou verticaal of horizontaal spreekt, of hij nou over stofdeeltjes of over hele wereldsystemen praat, wanneer je er naar luistert heb je het gevoel dat het zo wonderbaarlijk is dat het in in woorden is te bevatten. En daarom is het weten om hoe je moet spreken niet zo goed als om te weten hoe je moet luisteren.

 

Je kan misschien begrijpen wat je hoort, maar als je het werkelijk in praktijk kunt brengen, is het zelfs nog nuttiger. Neem de analogie van voedsel. Het maakt niet uit hoe voedzaam en smaakvol het voedsel ook mag zijn, als je enkel het recept lees maar het niet werkelijk maak en opeet, zal je niet krijgen wat je nodig heb.

 

Als je kunt luisteren en ook kunt beoefenen, ben je als ‘n leerling op school. Je hebt wellicht alle lessen bestudeert, maar totdat je slaagt en je diploma krijgt, heb je je opleiding niet afgerond. En daarom zei ik dat om in staat te zijn om te beoefenen niet zo goed is als om realisatie te bereiken. Wanneer je eenmaal de vrucht van Sageschap hebt bereikt, ben je veel beter af dan iemand die alleen maar over eten praat en die andermans schatten telt. En daarom is er ’n gedicht,

 

De hele dag lang tel

 je andermans z’n schatten,

Zonder ‘n halve cent om

Van jezelf te noemen.

Het niet cultiveren van de Dharma

Is het begaan van dezelfde fout.

 

Gisteren heb ik gesproken over het Chinese teken voor “vlees” dat het een ideogram is van ‘n persoon die ‘n ander opeet, omdat ik hoop dat jullie niet te veel mensen zullen opeten. Maar toch zijn er nog veel mensen die dit idee niet kunnen accepteren. Toen ze me dit hoorde zeggen gisterenavond, keken sommige mensen omhoog naar de hemelen, alsof ze God wilde vragen of zo’n principe echt bestaat. Sommige mensen keken naar beneden, alsof ze de aardespirit wilde vragen of dat echt zo is. Sommige mensen keken naar het noorden, zuiden, oosten en het westen, om te zien wat hun buren dachten. “Wat voor bewijs heeft de Dharmameester voor dit vreemde principe?” vroegen ze zich af. Ze wilden eigenlijk opstaan en weggaan, maar ze schaamden zich om dat te doen. Maar zelfs als ze bleven, hadden ze het gevoel dat waar ze naar aan het luisteren waren niet aannemelijk was.

 

Wat is dan wel aannemelijk? Ze denken, “Als ik meer vlees eet, dan zal ik meer voedingsstoffen binnenkrijgen en mijn lichaam zal gezonder zijn. Dat is de waarheid.” In de werkelijkheid is het niet waar dat vlees voedzaam is en goed voor de gezondheid is. In de moderne wereld krijgen veel vleeseters kanker. Dit komt doordat het vlees van levende wezens bepaalde giffen bevat, die wel of niet waarneembaar kunnen zijn. Deze giffen komen voort van de opeengestapelde vijandigheid die ontstaan zijn tussen levende wezens door elkaar te vermoorden en te verslinden. Omdat levende wezens hun haat nergens kwijt kunnen, wordt het over en weer overgedragen.

 

Wanneer de giffen van de dierlijke lichamen naar de menselijke lichamen overgedragen worden, hebben mensen geen bescherming tegen hen, waardoor ze vreemde ziektes krijgen. Daarom hebben tegenwoordig vele vleeseters allerlei bizarre ziektes. Deze ziektes kwamen vroeger niet zo vaak voor, omdat de wetenschap niet zo ontwikkeld was. Moderne chemische giffen, wetenschappelijk geproduceerde giffen, en de giftige vijandigheid in de bewustzijnen van mensen zijn samengekomen om ‘n giftige energie te creeeren die de lucht vervuild heeft en die dierlijk vlees besmet heeft. De combinatie van chemische giffen en bij producten, samen met de vervuiling van lucht, land en water heeft gezorgd voor allerlei soorten van vreemde ziekten.

 

“Dharmameester,” is iemand aan het denken “wat jij zegt wordt steeds gekker en gekker. Ik geloof het simpelweg niet.”

 

Als je het niet geloof is dat oké. Ik heb immers geen geld van je gevraagd en jij hebt me niets betaald, toch? Als je me niet geloof en het niet fijn vindt om hier te zitten, probeer me nog even te verdragen. Ik ben zo klaar.

 

Nu herinner ik me ‘n waar gebeurd verhaal. Tijdens de regeerperiode van Keizer Wu (502 – 550 Na Chr.) van de Liang Dynastie bloeide het Boeddhisme in China. Mensen vroegen altijd aan Boeddhistische monniken om Soetra’s te reciteren bij bruiloften en begrafenissen, wanneer er iemand ziek werdt en ook wanneer mensen hersteld waren van ‘n ziekte. Iedereen geloofde toen in het Boeddhisme, en het reciteren van Soetra’s op deze gelegenheden werd ‘n nieuwe manier om geld te verdienen voor monniken.

 

Toen der tijd was er ‘n rijke man wiens kleinzoon ging trouwen. Hij nodigde ‘n eminente en deugdzame monnik uit om Soetra’s te reciteren bij de bruiloft. Raad eens wie hij uitnodigde? Dhyana Meester Bao Zhi. Dhyana Meester Bao Zhi was geboren in ‘n adelaarsnest en zijn handen leken op de klauwen van ‘n adelaar. Toen zijn (pleeg)ouders ‘n baby boven in het adelaarsnest hoorden huilen, dachten ze dat de adelaar de baby ergens had gegrepen en hem zou gaan opeten. Toen ze omhoog naar het nest klommen vonden ze daar ‘n witte, dikke baby die geheel menselijk leek, met uitzondering van zijn handen, die op de klauwen van ’n adelaar leken. Het stel nam de baby mee naar huis en brachten hem groot. Toen hij ouder werd, boog hij graag tot de Boeddha’s en bestudeerde graag de Boeddhadharma, daarom stuurden zijn pleegouders hem naar de tempel waar hij het huishoudersleven verliet en ‘n monnik werd.

 

Nadat hij ‘n monnik was geworden, kwamen z’n goede wortels die hij in vorige levens gecultiveerd had tot rijping, en verkreeg zo de Vijf Ogen en de Spirituele Kracht van het hemelse oog, het hemelse oor, enzovoorts. Nu dat hij inbezit was van de Vijf Ogen en de Zes Spirituele Krachten was hij in staat om te weten wat mensen in hun vorige leven geweest waren en wat ze in toekomstige levens zouden worden.

 

Toen Dhyana Meester Bao Zhi naar het huis van de rijke man ging om Soetra’s te reciteren, zag hij de bruid en de bruidegom die zouden gaan trouwen en zei, “Erg raar, erg raar! De kleinzoon trouwt met de grootmoeder.” Ik weet zeker dat veel mensen dit verhaal niet zullen geloven, maar toch ga ik het vertellen. Zelfs als er niemand is die het gelooft, is er geen enkele manier waardoor ik me ervan zou kunnen weerhouden om het te vertellen. Dat is ‘n grote fout van mij: als ik iets te zeggen heb, zal ik het zeg of je het nou gelooft of niet. In ieder geval, de Dhyana Meester zei dat de kleinzoon zijn oma als echtgenote ging nemen. Hoe kan dit? We moeten begrijpen hoe we mensen worden. Dit gebeurd wegens onze emoties. Als je emoties juist zijn, dan is alles normaal. Maar als ze onjuist zijn, dan kunnen er vreemde dingen gebeuren. Waarom zou de oma bereid zijn om haar kleinzoons’ vrouw te worden? Dit kwam doordat de kleinzoon  net voordat de grootmoeder stierf, geboren was en zij was emotioneel aan hem gehecht. Zij dacht, “Ik heb er niets tegen om te sterven, behalve dat ik me zorgen maak om mijn pasgeboren kleinzoon – wie zal er voor hem zorgen als ik er niet meer ben?” Ookal kon ze het niet verdragen om te sterven en om hem achter te laten, kwam de geest van vergankelijkheid en bracht haar voor Koning Yama. Ze zei, “Koning Yama, jij weet echt niet hoe je ‘n goede heer des doods moet zijn. Mijn kleinzoon was net geboren toen jij me wegriep. Wat zal er van hem worden? Wie zal er voor hem zorgen?”

 

Koning Yama zei, “Best, als je emotionele gehechtheden zo sterk zijn, zal ik je wensen volgen en je helpen. Je kan teruggaan en zijn echtgenote zijn.”

 

Toen de grootmoeder hoorde dat ze haar kleinzoons’ vrouw zou worden, wilde ze zeggen dat ze dat niet wilde, maar er was geen manier waarop ze zich kon verzetten tegen de bevelen van Koning Yama. Zo ging ze met tegenzin naar haar wedergeboorte. Ze werd herboren als ‘n klein meisje, en toen haar kleinzoon opgroeide, trouwde ze met hem. Daarom zegt het gedicht, “de kleinzoon trouwt met de grootmoeder.”

 

Dhyana Meester Bao Zhi keek uit het raam en zag ‘n klein meisje smullen van ‘n varkenspoot. Hij zei, “De dochter eet het vlees van der moeder.” De moeder van het kleine meisje was herboren als ‘n varken. De poot waarop ze aan het kauwen was, was van het varken die haar moeder was geweest, maar zij wist dat niet.

 

Toen de Dhyana Meester naar de muziektent keek, zei hij, “De zoon slaat op de huid van zijn vader.” De vader van de jongen was herboren als ‘n ezel. De jongen was aan het slaan op ‘n trommel die bekleed was met ‘n vel die afkomstig was van die ezel. Misschien had de vader, toen hij nog leefde, de zoon de hele tijd geslagen met stokken, knuppels en staven, en daarom was de jongen nu zijn vader de hele dag aan het slaan met drumstokken.

 

Dhyana Meester Bao Zhi keek naar de bank en zei, “Varkens en schapen zitten op de bank.” De varkens en schapen die het gezin eerder had opgegeten waren herboren als mensen en deden mee aan de huwelijksfestiviteiten. Zij waren daar in werkelijkheid om hun wraak te nemen.

 

Dhyana Master Bao Zhi keek in de pot met gekookt vlees  en merkte op, “Oh, de zes soorten van familieleden koken in de pot.” De zes soorten familieleden – vaders, moeders, broers, zussen, echtgenoten en kinderen – zijn samengebonden door hun emotionele banden. Waar draait het bij familieleden allemaal om? Het gaat allemaal om emotie. Emotie is als seconde lijm, die alle familieleden aan elkaar vast plakt zodat ze niet meer van elkaar los kunnen komen. Nu zijn de familieleden van het verleden herboren als varkens en schapen om geslacht te worden door mensen en om in ‘n vleesschoten verwerkt te worden om gegeten te worden. Er is ‘n gedicht die het Chinese teken voor “vlees” beschrijft,

 

In het karakter voor “vlees”

Zijn er twee mensen;

De ene binnenin houdt zich vast

Aan degene aan de buitenkant,

Levende wezens eten het vlees

Van levende wezens:

Als je er echt over nadenk,

Is het gewoon mensen die mensen eten.

 

Dhyana Meester vatte de hele situatie samen in twee regels,

 

Iedereen is gekomen om hun felicitaties

over te brengen,

Maar ik zie dat dit werkelijk lijden is!

 

Nadat hij deze woorden van “zegening” uitgesproken had, vertrekte hij, zonder zich af te vragen of dat mensen hen wilden horen of niet. Hij nam de offering van geld ook niet aan die ze hem gegeven hadden. Als de mensen in het karakter voor “vlees” onze familieleden zouden kunnen zijn die herboren zijn als paarden, koeien, schapen, kippen, honden, varkens enzovoort, moeten we daar eens goed over nadenken. Zou het mogelijk kunnen zijn dat mijn voorouders terug gekomen zijn als paarden, koeien, schapen, kippen, honden, varkens, enzovoorts? Of dat mijn ouders herboren zijn als dieren? Of dat mijn geliefde kat of hond in deze vormen herboren zijn?

Of dat de paarden, koeien en schapen die wij groot gebracht hebben herboren zijn? Als mijn huisdieren veranderd zijn in varkens en schapen, hoe pijnlijk zou het dan wel niet zijn als ik hun vlees zou opeten!

 

Als je denkt dat wat ik zeg juist zou kunnen zijn, dan zou je er misschien nog wel eens goed over na willen denken. Bestudeer het eens goed en ga na of dat het enig principe heeft. Als je denkt dat mijn woorden onjuist zijn, vergeet ze dan gewoon en doe alsof ik ze nooit gesproken heb. Laat ze gewoon langs je oren gaan net als de wind.

 

Een lezing gegeven op 11 Oktober 1990, in Engeland

 

 

Naar volgende Dharmalezing

Terug naar Dharmalezingen Europa